Geschiedenis E-hockey 

Het elektrisch rolstoelhockey (E-hockey) is een jonge sport. In de eerste helft van de jaren zeventig wordt in Nederland op een aantal Mytylscholen tijdens de gymnastieklessen ingespeeld op de behoefte van in het algemeen zwaar lichamelijk gehandicapte jongeren om aan sport te doen. De eer om als founding father de geschiedenis in te gaan, gaat naar de gymnastiekleraar Wim Walgers. In het boekje "Alles over rolstoelhockey" (LCR, 1999) is te lezen dat Het Roessingh (Enschede) de plek is waar het spel ontstaat dat later uitgroeit tot het rolstoelhockey.

Het populair worden van E-hockey

Door de beperkingen van deze jongeren wordt gekozen voor een spel waarbij gebruik wordt gemaakt van een hockeystick die van licht materiaal gemaakt is. Bij degenen die een dusdanige handfunctie hebben dat ze geen stick kunnen hanteren, wordt deze aan de rolstoel vastgemaakt. Later wordt voor deze groep spelers een eigen stick ontwikkeld: de T-stick. Doordat tijdens het spel gebruik wordt gemaakt van een hockeystick, wordt de naam elektrisch rolstoelhockey bedacht.
Omdat blijkt dat er op meer locaties een nieuwe sport op het punt staat geboren te worden, neemt een aantal sportleraren het initiatief om een tweetal pilot-toernooien in Oost Nederland te organiseren (14-12-1978 in Enschede (Het Roessingh), 19-12-1979 in Nijmegen (E.R.S.V. Joy-Riders en Stick Drivers)). Deze toernooien hebben als doel het maken van afspraken over de spelregels van deze sport en het bekijken van spelmogelijkheden voor deze sport. Dit 
alles legt de ontwikkeling in deze sport geen windeieren: allereerst wordt er een eerste reglement opgesteld en enige tijd later start in 1981 de eerste competitie in Noord Oost Nederland. Het eerste competitietoernooi ooit is op 16-01-1981 in Arnhem: het elektrisch rolstoelhockey als wedstrijdsport is een feit.

Ontwikkeling van de sport 

De ontwikkelingen gaan nu snel. In 1982 wordt de competitie verruimd over meer regio's. De winnaars van de regio's komen tegen elkaar uit tijdens het Nationaal Kampioenschap, dat voor het eerst plaatsvindt in Utrecht op 26-05-1982. Daarna neemt het aantal verenigingen snel toe.

In 1984 komt er een tweede poule bij en twee jaar later zelfs een derde. In 1987 is de ontwikkeling van het E-hockey zover gevorderd dat er naast de regionale competities een landelijke competitie wordt opgezet: de Super-League, waarin de beste teams van Nederland spelen. In tegenstelling tot wat er in de regio's gebeurt, worden de wedstrijden in de Super-League niet in toernooivorm gespeeld. Elk team speelt uit- en thuiswedstrijden. Deze opzet moet de kwaliteit van het E-hockey naar een hoger niveau tillen: doordat er slechts één wedstrijd per dag gespeeld wordt, kan een team zich volledig concentreren op de tegenstander. (Dit wordt overigens in 1995 weer teruggebracht naar een toernooivorm vanwege de hoge kosten). De speelduur wordt vastgesteld op twee keer twintig minuten, in tegenstelling tot de regio's waar de wedstrijden bestaan uit twee helften van tien minuten. Na twee jaar wordt de differentiatie verder doorgevoerd: de teamgrootte wordt vastgesteld op vijf spelers; het veld wordt vergroot tot de afmeting van een basketbalveld en het doel wordt in het veld geplaatst. Met deze verandering wordt meer variatie in de speelwijze beoogd, met daarbij meer tactische mogelijkheden. In 2000 wordt de Hoofdklasse opgericht, die met dezelfde regels spelen als de Super-League.

Hoogtepunten en laagtepunten

In 1990 is er een hoogtepunt voor het E-hockey. Dat jaar worden de Wereldspelen voor gehandicapten in Nederland te Assen gehouden. Het E-hockey mag tijdens dit evenement een demonstratiewedstrijd geven en voor deze gelegenheid wordt voor het eerst een Nederlands team geformeerd. In Arnhem vindt een tweetal selectietrainingen plaats; na de eerste training blijven de beste veertien spelers over. Op 23-07-1990 speelt de selectie in Assen. De eerste stap naar een internationaal niveau is hiermee gezet!

Helaas kent het optreden in Assen weinig vervolg. Nog twee keer wordt het Nederlands team opgeroepen: één keer voor een demonstratiewedstrijd tegen Duitsland (waar het E-hockey ook beoefend wordt) op 27-01-1991, en nog één maal voor een onderlinge demonstratiewedstrijd op 27-07-1993. Na 1993 bloedt het nationaal team dood.

Pas in 1998 komt hier verandering in. In Utrecht worden, parallel aan het "gewone" Wereldkampioenschap Hockey voor mannen en vrouwen, de Worldgames E-hockey gehouden. In totaal zijn tien landen vertegenwoordigd, waaronder uiteraard Nederland. De voorbereiding wordt professioneel aangepakt. Begin februari wordt een eerste selectietraining gehouden. Vervolgens traint het Nederlands team nog een aantal keren en in mei moet het dan gebeuren. De verwachtingen van het Nederlands team zijn hoog. In een spetterende finale wordt de waarde van de circa vijfentwintigjarige ontwikkeling onderstreept: exact zestien jaar nadat de eerste Nederlandse Kampioenschappen in dezelfde stad werden gehouden, wint Nederland op 24-05-1998 de eerste officiële Worldgames E-hockey.

Voordelen en de huidige gebeurtenissen 

Naast de ontwikkeling op sportief gebied is ook de benadering van de sport in een stroomversnelling gekomen. De rol van sponsoring wordt steeds belangrijker. Het Nederlands team speelde tijdens de Worldgames in gesponsorde rolstoelen en ook bij de verenigingen wordt er steeds nauwer samengewerkt met rolstoelleveranciers. De gedachte hierachter is dat met beter materiaal een hoger spelniveau gehaald kan worden. Dat ook deze ontwikkeling bijdraagt aan het volwassen worden van het E-hockey is duidelijk: snelle, wendbare rolstoelen, die bovendien uitgerust zijn met beschermend materiaal, speciaal ontwikkeld voor de sport leidt tot een hoger rendement van het potentieel van spelers. Gevolg hiervan is een betere kwaliteit van het spel wat uiteindelijk resulteert in een meer serieuze benadering van het E-hockey.

Momenteel wordt hard gewerkt om een internationaal reglement op te stellen, zodat er meer eenheid komt en er makkelijker internationaal gecommuniceerd kan worden. Belangrijker nog is dat een internationaal draagvlak bestaat voor het oprichten van een internationale federatie. Dit voornemen zal in 2002 een meer vaste gestalte moeten krijgen. Het is duidelijk dat het E-hockey in ruim een kwart eeuw geëvolueerd is van gymnastiekspelletje tot een serieuze kandidaat om internationaal een sport van betekenis te worden.

Terug naar overzicht